Tolerantie in de geschiedenis van het christendom
In English: Toleration in the history of Christianity
We behandelen de geschiedenis van het begrip tolerantie in het christendom vanaf Jezus tot aan de Verlichting, pakweg. Het begrip religieuze tolerantie kwam tot wasdom. Dat zou de voorbode worden van andere vormen van tolerantie, met name gewetensvrijheid en politieke tolerantie.
Dit is een lange reeks, want er valt veel te vertellen. Het is daarom handig om de grote lijn in de gaten te houden, aan de hand van ideeën en instituties die gaandeweg postvatten.
In de reeks over tolerantie in de Oudheid hadden wij het over pragmatische tolerantie en over een aantal filosofische inzichten die kiemen zouden gaan vormen van het tolerantiebegrip. In de eerste plaats kwam er ruimte voor twijfel, misschien wel het oeringrediënt van de moderniteit waar wij gaandeweg in gaan belanden. Wat is kennis, wat is werkelijkheid, wat is moraliteit, en wat is rechtvaardigheid, dat soort vragen kwamen op. Niets staat vast, aan alles kan getwijfeld worden. Door dialectiek, door een dialoog tussen tegengestelde perspectieven kun je dichter bij de waarheid komen, leerde Sokrates ons. Tegenspraak heb je nodig, en de wil om elkaars perspectief serieus te nemen, om samen wijzer te worden. Perikles leerde ons iets anders, namelijk dat gedeelde waarden ons kunnen binden. De Atheners waren bereid te vechten, niet alleen omdat hun dat werd opgedragen, om de groep te beschermen of om hun eigendommen te verdedigen, maar om gedeelde waarden te verdedigen, met name hun autonomie en hun vrijheid. De kiem van die vrijheid was in het klassieke Athene ontwikkeld, met name de vrijheid om te kunnen zeggen wat je vindt. En dat je prima tot besluitvorming kunt komen in het gemeenschappelijke belang door elke stem even zwaar te laten tellen. Ook al heeft de een meer gelijk dan de ander, of meer ervaring, of grotere belangen. Het belang van gelijkwaardigheid en autonomie verdween onder de Romeinen weer wat meer naar de achtergrond, maar in dat tijdperk kwamen weer andere relevante waarden tot ontwikkeling. Dat vergissen menselijk is bijvoorbeeld. We zitten er vaak naast, niemand is perfect, we handelen nooit helemaal rationeel, we laten ons leiden door grillen en instincten. Het is daarom beter om elkaar niet te veel de maat te nemen, elkaar met mildheid en gemoedelijkheid tegemoet te treden, beweerde vooral Cicero. De stoïcijnen dachten er ook zo over, maar hadden een iets ander perspectief: nare gebeurtenissen en akelig gedrag heb je niet in de hand. Het enige wat je in de hand hebt, is je eigen reactie op narigheid die je overkomt. Erger je niet, word niet boos, maar observeer, probeer om jezelf te beheersen en om rottigheid van je af te laten glijden.
Opmerkelijk veel van Jezus’ en Paulos’ leerstellingen zijn verwant aan stoïcijnse inzichten. Vreemd is dat niet. Cicero leefde een paar decennia voor Jezus’ geboorte. Seneca en Paulos waren tijdgenoten. Zowel Cicero als Seneca hadden grote invloed op het ethische denken in het Romeinse rijk, ook in perifere gebieden als Palestina, en niet alleen onder de Romeinse elite.
Maar Paulos en andere vroege kerkleiders hadden niet alleen de boodschap van Jezus in hun hoofd. Er werd onbedoeld ook een internationale christengemeenschap uit de grond gestampt. En dat kon niet alleen met naastenliefde en vergevingsgezindheid. Er was ook discipline geboden, en een pragmatische omgang met macht. En dat bracht spanningen met zich mee. Veel anti-tolerante tendensen van het christendom vloeien daaruit voort.
Andere met tolerantie samenhangende waarden en instituties die in het christendom tot wasdom kwamen:
Individualisme
Scheiding van kerk en staat
Omgang met buitenstaanders: joden, moslims, heidenen en atheïsten
Hoe ga je om met verschillende geloofsopvattingen binnen het christendom?
Ik moet nog even een terzijde plaatsen. Het is verleidelijk om de geschiedenis te zien als een onvermijdelijke ontwikkeling die maar één kant op had kunnen rollen: de huidige situatie als slotakkoord. Maar zo is het natuurlijk niet. Het had ook allemaal heel anders kunnen lopen. Wat we hier niet doen is de onvermijdelijke loop van de geschiedenis in kaart brengen. Wat we wel doen is de genealogie van de huidige situatie in kaart te brengen: hoe zijn we hier gekomen?