Wat als de kiezer genoeg heeft van democratie?
Bestaat er een reëel gevaar dat kiezers de democratie willen afschaffen? Of is het vooral een theoretisch probleem? De geschiedenis van democratieën die zichzelf afschaften.
In English: What if the voter is fed up with democracy?
Deze reeks gaat over politieke tolerantie: hoeveel ruimte krijgen intolerante bewegingen in een democratie? Democratie is een vorm van politieke tolerantie: elke partij kan meedoen, ook partijen waar veel mensen een hartgrondige hekel aan hebben.
Kenmerkend voor tolerante stelsels is dat die ook ruimte geven aan onverkwikkelijke mensen, meningen en gedragingen. Maar wat nu aan te vangen met mensen en bewegingen die zich fundamenteel keren tegen de tolerantie zelf? Moeten die de ruimte krijgen om het tolerante stelsel zelf op te heffen? Die paradox houdt de gemoederen al eeuwen bezig. De ene stroming zegt dat het tolerante stelsel zich moet wapenen tegen haar eigen ondermijning. De andere stroming vindt dat een tolerant stelsel zich niet echt tolerant kan noemen als het ook niet tolerant is voor haar tegenstanders:
Laat hun onbelemmerd staan als monumenten van de veiligheid waarbinnen afwijkende meningen worden verdragen, waarbij de rede in stand wordt gehouden die het vrij staat om deze te bestrijden.
— Thomas Jefferson, First inaugural address (1801)
In de vorige nieuwsbrief keken wij naar de opkomst van Mussolini, in de jaren 1920 in Italië. Waarom hadden de kiezers de buik vol van democratie, en hoe kwamen de fascisten aan de macht?
In deze nieuwsbrief ga ik in op andere concrete gevallen die zich in de geschiedenis hebben voorgedaan. Bestaat er een reëel gevaar dat de kiezer de democratie wil afschaffen? Of is het vooral een theoretisch probleem?
We duiken de geschiedenis in
Athene, 411 v.Chr.
De afschaffing van de Atheense democratie in 411 v.Chr. Dat is lang geleden. Er zijn eigenlijk maar twee bronnen over deze gebeurtenis, Thucydides en Aristoteles, die elkaar bovendien op hoofdzaken tegenspreken.
Wat was er aan de hand? De stadstaat Athene had het al jaren aan de stok met Sparta. De lasten van de oorlog drukten zwaar. In 413 v.Chr. werden de Atheense troepen verslagen bij een poging om Syracuse (Sicilië) in te nemen.
Athene was sinds pakweg honderd jaar een democratie geworden. Alle mannelijke burgers van 18 jaar en ouder kwamen als volksvergadering bijeen. De meeste stemmen telden. Maar op de achtergrond trok de elite aan de touwtjes. Onder de elite was de democratie omstreden. Sommige oligarchen zagen de voordelen wel in. Democratie zorgde voor draagvlak en stabiliteit: de burgers waren trots op hun stad en haar democratische waarden; de belastingmoraal en de vechtlust voeren er wel bij. Andere oligarchen hadden genoeg van het eindeloze geouwehoer in de volksvergadering en het geleur om de stemmen van het klootjesvolk.
Een staatsgreep, geen vrije verkiezing
Het was dus crisis in Athene. De kas was leeg; de rijke elite moest bijlappen. In 411 v.Chr. stemde de volksvergadering in met de aanstelling van een raad van 400 die feitelijk de touwtjes in handen kreeg. Die 400 kregen niet betaald, dus wie moest werken voor zijn geld kwam niet in aanmerking. Later werd het burgerschap beperkt tot 5000 welvarende Atheners. Deze wijzigingen van de constitutie waren georkestreerd door een aantal oligarchen. Om het volk te laten instemmen werd financiële steun vanuit Perzië voorgespiegeld, en een aantal democratische leiders werd vermoord. Om die redenen wordt deze gebeurtenis door de historicus Donald Kagan in zijn standaardwerk The Fall of the Athenian Empire (1987) een oligarchische staatsgreep genoemd, geen vrije verkiezing.
Rome, 1924
In de vorige nieuwsbrief beschreef ik de achtergronden van de verkiezing van Mussolini, die 66 procent van de stemmen kreeg in 1924. Maar let wel: het was een coalitie van meerdere partijen die onder leiding van Mussolini aan die verkiezingen meedeed. Ik heb het niet geteld (als je er lol in hebt kun je dat hier zelf onderzoeken), maar het zou best kunnen dat de fascistische kandidaten samen geen meerderheid van de stemmen hebben gekregen. In 1921 waren ze niet verder gekomen dan 20 procent.
Ook heeft Mussolini in de aanloop naar de verkiezingen van 1924 nooit beloofd om het parlement naar huis te sturen. De duce bleef daar bewust vaag over, om de interne verdeeldheid daarover niet aan te wakkeren en om de kans op verkiesbaarheid niet te beschadigen.
Mussolini kwam met geweld en intimidatie aan de macht
Maar het belangrijkste is: Mussolini is met geweld en intimidatie aan de macht gekomen. Fascistische milities zaaiden terreur. Matteotti had dat in zijn boek Un anno di dominazione fascista (1923) al gedocumenteerd. Hij spreekt onder andere over het verdonkeremanen van handtekeningen, bedreiging van notarissen, omsingeling van het huis van een linkse kandidaat. Ter illustratie een paar fragmenten uit Matteotti’s rede in het parlement op 30 mei 1924.
Over Mussolini:
“dat hij in ieder geval - zoals hij herhaaldelijk heeft verklaard - met geweld aan de macht zou zijn gebleven, zelfs als...”
Stemmen aan de rechterkant: "Ja, ja! We hebben oorlog gevoerd!"
“Om dit voornemen van de regering kracht bij te zetten, is er een gewapende militie...” (Luid en langdurig applaus van rechts en kreten "Lang leve de militie")
Stemmen aan de rechterkant: "De militie verbrandt je!"
Berlijn, 1933
De verkiezing van Hitler in 1933. De geschiedenis is bekend, we hoeven daar niet lang bij stil te staan. Hitler heeft nooit een meerderheid van stemmen gekregen. Hij werd in januari 1933 rijkskanselier in een coalitieregering. In de verkiezingen van twee maanden later kreeg hij 44 procent van de stemmen. Die verkiezingen gingen gepaard met veel geweld en intimidatie. Nazi knokploegen verstoorden socialistische bijeenkomsten, de rode en de katholieke kranten werden verboden.
Behalve de socialisten stemden alle partijen voor Hitler als dictator
De machtigingswet, die het einde inluidde van de parlementaire democratie, kreeg 69 procent van de stemmen in het parlement. Behalve de socialisten stemden alle partijen voor.
Vichy, 1940
De onvoorwaardelijke machtsoverdracht aan maarschalk Pétain in het Franse Vichy van 1940. Na de afgedwongen wapenstilstand met Hitler in 1940 kwam het Franse parlement bijeen in de opera van Vichy. Met meerderheid van stemmen besloot het parlement om maarschalk Pétain een onbeperkt mandaat te geven. Einde democratie.
Keurige democratische partijen schaften de democratie af
Toch is deze situatie een vreemde eend in de bijt. In Vichy waren het niet de kiezers die de democratie afschaften: het was het parlement. En in het parlement, verkozen in 1936, zaten maar weinig anti-democraten. De fascistische Action française was in 1936 al ontbonden. Wel waren de communisten sterk vertegenwoordigd, maar een flink deel daarvan was het land al ontvlucht. Het besluit in Vichy om de democratie af te schaffen werd hoofdzakelijk genomen door de parlementariërs van keurige democratische partijen.
De laatste drie voorbeelden komen uit de islamistische koker.
Ankara, 1995
De Refah-partij van Necmettin Erbakan kreeg in 1995 21 procent van de stemmen in Turkije, en vormde daarop met een andere partij een coalitieregering. In 1998 gelastte het Constitutioneel hof de ontbinding van de partij, wegens strijdigheid met het grondwettelijk beginsel van secularisme in Turkije. Tegen de ontbinding ging de partij in beroep bij het Europees Hof voor de Rechten van de Mens. Het hof bevestigde in 2003 de ontbinding. De Refah-partij was uitdrukkelijk niet anti-democratisch: het is nooit van plan geweest om de parlementaire democratie af te schaffen. De Refah-partij was ook niet gewelddadig; het deed keurig mee met de verkiezingen; van geweld en intimidaties rondom die verkiezingen is niets gebleken. Het voornaamste bezwaar betrof ideeën binnen de partij om sharia-rechtbanken toe te laten. Daarnaast had de partij geroepen dat haar strijd in het teken stond van de jihad.
Anders dan je misschien denkt betekent de jihad niet strijd, maar inspanning. Inspanning om de islam te verdiepen en te verspreiden en het kwaad te bestrijden. Doel is dat de hele wereld bewoond wordt met voorbeeldige moslims. Dat kan met het woord of met de pen (door het geloof te belijden of te verspreiden). En het kan ook met het zwaard, door de islam te ‘verdedigen’. Onder moslims is de reikwijdte van de jihad omstreden. Je hebt heel vredelievende moslims die er niet over zouden piekeren om gewapende ‘inspanning’ te ondersteunen, maar je hebt ook andere types. Wat voor soort jihad de Refah-partij bedoelde liet zij wellicht bewust in het midden.
Wat betreft die sharia-rechtbanken: formeel gesproken is dat een vorm van religieuze arbitrage. De procespartijen voelen zich beide gebonden aan islamitisch recht, en onderwerpen zich op voorhand aan de uitspraak door de geestelijke. Arbitrage komt in alle delen van de wereld voor, en wordt voor zover ik weet niet gezien als een ondermijning van de onafhankelijke rechtspraak. Als het Turkse constitutionele hof moeite had gehad met religieuze arbitrage, had zij de instelling van de sharia-rechtbanken vermoedelijk kunnen blokkeren. De hele partij had om die reden niet verboden hoeven worden.
In Turkije stond het secularisme op de tocht, niet de democratie
Wat je ook vindt van de positie van religieuze partijen in een seculiere democratie, het gaat ver om constitutioneel secularisme tot een beginsel van de democratische rechtsstaat uit te roepen. Het Turkse secularisme stond dan misschien op de tocht, maar de democratische rechtsstaat zelf niet.
Algiers, 1991 en Caïro, 2012
Tot slot de verkiezingswinst van het islamistische FIS in het Algerije van 1991 en de verkiezingswinst in 2012 van de Egyptische Moslimbroederschap. De FIS kreeg in 1991 48 procent van de stemmen. De alliantie onder leiding van de Moslimbroeders kreeg in 2011 37,5 procent van de stemmen. De leider Morsi werd in 2012 in de tweede ronde met 52 procent tot president verkozen. Zowel in Algerije als in Egypte werden de islamisten door het leger aan de kant gezet.
De meerderheid van de kiezers wilde islamisme
Noch de FIS noch de Moslimbroederschap waren expliciet antidemocratisch maar wel flink islamistisch. Een rechtsstaat zoals wij die kennen had je van beide bewegingen niet hoeven verwachten. Maar goed, aan de rechtsstatelijkheid van Algerije en Egypte mankeerde sowieso wel het een en ander.
Wat steken wij hiervan op?
Hoe verschillend de historische gebeurtenissen ook zijn, er zijn ook overeenkomsten.
Er heeft zich nog nooit in de geschiedenis een geval heeft voorgedaan waarin de meerderheid van het electoraat willens en wetens een partij aan de macht heeft geholpen die expliciet beloofde om de democratie af te schaffen.
De uitslag is bijna altijd onder zware druk, geweld en manipulatie tot stand gekomen.
Zowel in Italië, Duitsland als Frankrijk hielpen keurige democratische partijen de dictator in het zadel.
Het meeste gevaar valt tegenwoordig te duchten van de islamisten, hoewel die niet per se anti-democratisch zijn.
Maakt dat de discussie over weerbare democratie overbodig? Dat nou ook weer niet.
Gewelddadige minderheidspartijen en islamisten zijn het probleem
In de eerste plaats blijft het natuurlijk een theoretisch interessant dilemma. Stel dat de meerderheid bewust de democratie wil afschaffen. Dat het zich nooit overduidelijk heeft voorgedaan, betekent niet dat het zich ook in de toekomst nooit kan voordoen.
In de tweede plaats kunnen antidemocratische partijen zich wel degelijk middels verkiezingen een machtspositie verschaffen. Ook vanaf pakweg twintig procent van de stemmen ben je een machtsfactor van belang, en kun je de rechtsstaat flink wat schade toebrengen, of kun je proberen de macht te grijpen, zoals Hitler deed.
Maar de geschiedenis kan ons meer leren.
Zo zie je dat de steun van het electoraat voor autoritaire partijen toeneemt naarmate het democratische proces er een grotere puinhoop van maakt.
Autoritaire partijen bedienen zich in de aanloop naar verkiezingen meestal van geweld, manipulatie en intimidatie. In plaats van op hun antidemocratische programma zou je ze ook kunnen aanpakken op hun ondermijnende gedrag.
De geschiedenis wemelt van de griezels die, eenmaal democratisch verkozen, het democratische stelsel grondig ondermijnden of zelfs afschaften. Dat komt veel vaker voor dan democratische verkiezing van antidemocratische partijen.
Meer afleveringen
Dit is de tweede aflevering in een serie over politieke tolerantie. Hier is een overzicht van de artikelen in deze serie:
Hoe Mussolini een leider van de oppositie liet vermoorden
De moord op de socialistische politicus Matteotti in 1924. De Italiaanse verkiezingen van 1924 gaven een meerderheid aan een dictatuur. Had Mussolini's partij achteraf gezien verboden moeten worden?Wat als de kiezer genoeg heeft van democratie?
Bestaat er een reëel gevaar dat kiezers de democratie willen afschaffen? Of is het vooral een theoretisch probleem? De geschiedenis van democratieën die zichzelf afschaften.Politieke tolerantie voor intolerantie?
Dode filosofen die nadenken over de paradox van tolerantie. Is er plaats voor antidemocraten in een democratie?Om deze redenen is het verbieden van antidemocratische partijen een slecht idee
In een democratie beslist de meerderheid. Als de meerderheid voortaan wil dat iemand anders beslist, dus niet meer de meerderheid, dan is dat heel jammer, maar het zij zo.Dit zijn goede argumenten voor een partijverbod
Niet-gewelddadige partijen die meer ruimte voor zichzelf opeisen dan voor anderen, of die af willen van het systeem van overlappende consensus, moeten geweerd worden.Wanneer moet je een politieke partij verbieden?
Laat de kiezer beslissen. Behalve wanneer vrije en eerlijke periodieke verkiezingen of onbeperkte mogelijkheden voor publieke discussie en onbeperkte informatievoorziening in gevaar komen.Hoe een democratie kan ontaarden in tirannie
Intolerante trekjes van het democratische stelsel. Over tweedracht en het algemeen belang, de tirannie van de meerderheid, apathie, publiekekeuzetheorie en pathologische politici.Betere alternatieven voor de parlementaire democratie
Parlementaire democratie als het minst intolerante systeem. Op zoek naar een stelsel met meer legitimiteit. Over systeemkritiek, Habermas' deliberatieve democratie, digitale democratie en loting.
Medellín, 8 januari 2023
Bedankt voor het lezen van deze nieuwsbrief. Wil je me een plezier doen? Deel het. Ik ben dol op lezers!
Leuk dat je De Tolerantie Campagne volgt! Als je dat nog niet hebt gedaan, kun je je hier gratis abonneren om nieuwe berichten te ontvangen en mijn werk te ondersteunen.
Interessant over Turkije en het Europees Hof voor de Rechten van de Mens. Dat wist ik niet.