Parlementaire democratie als het minst intolerante systeem. Op zoek naar een stelsel met meer legitimiteit. Over systeemkritiek, Habermas' deliberatieve democratie, digitale democratie en loting.
W.b. directe democratie: misschien is een soort hybride systeem denkbaar: We stemmen voor volksverteginwoordigers (net als nu). Maar voor elke stemming in de kamer kunnen burgers of 1) niks doen, of 2) een kamerlid aanwijzen wiens stem ze volgen, of 3) zelf beslissen hoe ze stemmen. De stemming van de bevolking is bepalend. Dit lijkt een beetje op hoe in de VS allerlei posities direct gekozen worden (rechters, hoge ambtenaren, etc.), maar waar op het stembiljet een stemadvies van de partijen staat. Ook lijkt het een beetje op hoe aandeelhouders stemmingen verlopen.
Wat betreft andere stemmethoden, zoek op "quadratic voting" en "ranked choice voting".
Mooie beschouwing en mooi overzichtje. Bob de Wit heeft net een nieuw boek uit: Democratie 4.0. Al gelezen? Nav deze nieuwsbrief brandt er een vraag op mijn lippen: "Hoe democratisch is onze democratie nu nog?" Ofwel hoe denkt u over onze overheid NU, maart 2023.
Mijn mening: ik zie dat we afglijden naar totalitair denken en handelen. Een ideologie, roof van algemene gelden naar een kleine groep en een kleine 'meerderheid' die helemaal geen rekening houdt met de minderheden. Volgens mij werkt het niet meer. Wat denkt u er van?
Het boek van prof. De Wit kan ik hier in Griekenland niet krijgen, dus heb ik even een podcast geluisterd, maar ik werd daar niet veel wijzer van. Zijn opvatting dat de overgang van een industriële naar een postindustriele samenleving een ander zeggenschapsmodel vergt snap ik wel. En zijn voorspelling dat die overgang waarschijnlijk met een hoop geknetter gepaard zal gaan ook. Verder moet ik mijn oordeel opschorten totdat ik ooit het boek in handen krijg.
Over uw andere vraag moet ik nog even nadenken, een antwoord houdt u van mij tegoed maar zal spoedig volgen
U ziet de democratie afglijden naar totalitarisme, een kleine kliek die de werkelijke macht heeft, en een tirannie van de (zwijgende) meerderheid. En u vraagt hoe ik daarover denk.. Welnu. Het democratische systeem is al sinds de 19e eeuw hoegenaamd niet gewijzigd, dus de systematische effecten zullen ook grosso modo dezelfde zijn. Er zijn natuurlijk ook veel positieve effecten van democratie, maar laten we even inzoomen op de negatieve. Die heb ik al genoemd in het artikel. Kort gezegd: de stabiliteit is (in West-Europa) okee, maar de legitimiteit schiet tekort, waardoor minderheden die achter het net vissen dreigen af te haken. Apathie van de burger, die kwetsbaar maakt voor manipulatie en demagogie. Polarisatie. Te veel gewicht voor particuliere (groeps-)belangen, ten koste van het algemeen belang, Grote invloed achter de schermen van een kleine kliek van machtige pressiegroepen, grote bedrijven en onverkozen bureaucraten. Perverse prikkels voor politici, met negatieve effecten op de kwaliteit van beleid en bestuur. Deze effecten zijn inherent aan het systeem, en zullen dus nu niet wezenlijk anders zijn dan in pakweg de 19e eeuw.
Maar de maatschappij is sinds de 19e eeuw natuurlijk wel veranderd. De laatste decennia zien wij een meer multiculturele maatschappij ontstaan, en ingrijpende effecten van globalisering. Den Haag heeft steeds minder te zeggen, Brussel steeds meer. Maar de belangrijkste verandering lijkt mij internet. Burgers krijgen steeds meer beschikking tot informatie. En zij zijn in staat om er met elkaar over te praten, ook met onbekenden, zonder tussenkomst van elites. Een ander effect is ontkerkelijking, ontzuiling en onttakeling van de socialistische beweging. Waar de gewone man voorheen braaf mopperend op de hoge heren deed wat de kerk, de omroep, de krant en de politieke zuil van hem verwachtte, trekt hij zich daar nu minder van aan. Hij doet zijn mond open, en daar komt niet altijd genuanceerde taal uit. De polarisering neemt daarmee toe.
De machtige elites blijven aan de touwtjes trekken, maar worden meer blootgelegd. De bevolking is hoger opgeleid, en snapt mechanismen die voorheen alleen de elites doorzagen. Voorheen apathische groepen worden minder apathisch, want zij zien dat hun verzet (via sociale media o.a.) daadwerkelijk invloed kan hebben.
Er wordt flink gemopperd dat het niet meer leuk is om politicus te zijn. Burgers worden mondiger, en confronteren politici met de gevolgen van hun beleid. Voorheen hadden zij vooral te dealen met hun politieke concurrenten, burgers bleven een te manipuleren abstractie. Dat wordt nu anders.
Door internationalisering, consensuscultuur en perverse prikkels van het politieke systeem wordt het openbaar bestuur bovendien steeds minder effectief. Beleidskluwens worden alleen maar complexer, en niemand is bij machte om nog knopen door te hakken.
Maar de elites zitten niet stil, natuurlijk. Informatietechnologie is niet alleen in het voordeel van de burger. Ook het bestuur, met steun van de elites, kan het gebruiken om opstandige burgers in toom te houden. Onmachtig om de effectiviteit van het openbaar bestuur te verbeteren, is er toenemende druk om bestuurlijke bevoegdheden te verruimen. Er kan een surveillancestaat ontstaan. De zwijgende meerderheid laat het gebeuren, angstig door overbelichte externe gebeurtenissen als terrorisme, georganiseerde criminaliteit, kindermisbruik en dodelijke virussen.
Ik treed natuurlijk grovelijk buiten het onderwerp tolerantie met dit antwoord, maar de conclusie is dezelfde: machts- en welvaartsverschillen zullen altijd bestaan, maar we zullen wel moeten nadenken over verbeteringen in het democratische systeem die de negatieve effecten te lijf gaan. Van politici hoeven wij niet veel te verwachten in dit opzicht; de druk zal van onderop moeten komen. Het huidige systeem zal op de huidige manier misschien nog wel decennia lang kunnen blijven eroderen, maar afgezien van druk van onderop zie ik geen mechanismen waarmee het stelsel zichzelf op de schop gaat nemen. Zelfs bij zogeheten kritische politici beluister ik oplossingen die louter aan de oppervlakte optische veranderingen teweeg zullen brengen.
Hi mooi dat u de informatievoorziening noemt. Ik denk ook dat daar de crux zit tot verandering van het systeem zoals dat al decennialang overheerst, vermomd als democratie. Hanna Arhrendt stelt dat een democratie niet mogelijk is als er censuur is of je bewust verkeerd wordt geĂ¯nformeerd. "Hoe kan je je dan een mening vormen?". En ja er komt ook een hoop bagger vrij. Maar ook bagger is subjectief. Wat ik bagger vindt, vindt iemand anders juist weer het mooiste wat er is.
als ik een democratie zie als een systeem waarin een meerderheid rekening houdt met de wensen van een minderheid, waarin mensen het recht hebben zich te verplaatsen, een samenleving te vormen (denk aan de Amish) of een samenleving te veranderen en het recht om ook 'nee' te mogen zeggen dan zijn we daar ver van af gedwaald.
We gaan het zien. Dank voor uw blog en het meedenken in deze tijd. Is fijn
W.b. directe democratie: misschien is een soort hybride systeem denkbaar: We stemmen voor volksverteginwoordigers (net als nu). Maar voor elke stemming in de kamer kunnen burgers of 1) niks doen, of 2) een kamerlid aanwijzen wiens stem ze volgen, of 3) zelf beslissen hoe ze stemmen. De stemming van de bevolking is bepalend. Dit lijkt een beetje op hoe in de VS allerlei posities direct gekozen worden (rechters, hoge ambtenaren, etc.), maar waar op het stembiljet een stemadvies van de partijen staat. Ook lijkt het een beetje op hoe aandeelhouders stemmingen verlopen.
Wat betreft andere stemmethoden, zoek op "quadratic voting" en "ranked choice voting".
Mooie beschouwing en mooi overzichtje. Bob de Wit heeft net een nieuw boek uit: Democratie 4.0. Al gelezen? Nav deze nieuwsbrief brandt er een vraag op mijn lippen: "Hoe democratisch is onze democratie nu nog?" Ofwel hoe denkt u over onze overheid NU, maart 2023.
Mijn mening: ik zie dat we afglijden naar totalitair denken en handelen. Een ideologie, roof van algemene gelden naar een kleine groep en een kleine 'meerderheid' die helemaal geen rekening houdt met de minderheden. Volgens mij werkt het niet meer. Wat denkt u er van?
Het boek van prof. De Wit kan ik hier in Griekenland niet krijgen, dus heb ik even een podcast geluisterd, maar ik werd daar niet veel wijzer van. Zijn opvatting dat de overgang van een industriële naar een postindustriele samenleving een ander zeggenschapsmodel vergt snap ik wel. En zijn voorspelling dat die overgang waarschijnlijk met een hoop geknetter gepaard zal gaan ook. Verder moet ik mijn oordeel opschorten totdat ik ooit het boek in handen krijg.
Over uw andere vraag moet ik nog even nadenken, een antwoord houdt u van mij tegoed maar zal spoedig volgen
U ziet de democratie afglijden naar totalitarisme, een kleine kliek die de werkelijke macht heeft, en een tirannie van de (zwijgende) meerderheid. En u vraagt hoe ik daarover denk.. Welnu. Het democratische systeem is al sinds de 19e eeuw hoegenaamd niet gewijzigd, dus de systematische effecten zullen ook grosso modo dezelfde zijn. Er zijn natuurlijk ook veel positieve effecten van democratie, maar laten we even inzoomen op de negatieve. Die heb ik al genoemd in het artikel. Kort gezegd: de stabiliteit is (in West-Europa) okee, maar de legitimiteit schiet tekort, waardoor minderheden die achter het net vissen dreigen af te haken. Apathie van de burger, die kwetsbaar maakt voor manipulatie en demagogie. Polarisatie. Te veel gewicht voor particuliere (groeps-)belangen, ten koste van het algemeen belang, Grote invloed achter de schermen van een kleine kliek van machtige pressiegroepen, grote bedrijven en onverkozen bureaucraten. Perverse prikkels voor politici, met negatieve effecten op de kwaliteit van beleid en bestuur. Deze effecten zijn inherent aan het systeem, en zullen dus nu niet wezenlijk anders zijn dan in pakweg de 19e eeuw.
Maar de maatschappij is sinds de 19e eeuw natuurlijk wel veranderd. De laatste decennia zien wij een meer multiculturele maatschappij ontstaan, en ingrijpende effecten van globalisering. Den Haag heeft steeds minder te zeggen, Brussel steeds meer. Maar de belangrijkste verandering lijkt mij internet. Burgers krijgen steeds meer beschikking tot informatie. En zij zijn in staat om er met elkaar over te praten, ook met onbekenden, zonder tussenkomst van elites. Een ander effect is ontkerkelijking, ontzuiling en onttakeling van de socialistische beweging. Waar de gewone man voorheen braaf mopperend op de hoge heren deed wat de kerk, de omroep, de krant en de politieke zuil van hem verwachtte, trekt hij zich daar nu minder van aan. Hij doet zijn mond open, en daar komt niet altijd genuanceerde taal uit. De polarisering neemt daarmee toe.
De machtige elites blijven aan de touwtjes trekken, maar worden meer blootgelegd. De bevolking is hoger opgeleid, en snapt mechanismen die voorheen alleen de elites doorzagen. Voorheen apathische groepen worden minder apathisch, want zij zien dat hun verzet (via sociale media o.a.) daadwerkelijk invloed kan hebben.
Er wordt flink gemopperd dat het niet meer leuk is om politicus te zijn. Burgers worden mondiger, en confronteren politici met de gevolgen van hun beleid. Voorheen hadden zij vooral te dealen met hun politieke concurrenten, burgers bleven een te manipuleren abstractie. Dat wordt nu anders.
Door internationalisering, consensuscultuur en perverse prikkels van het politieke systeem wordt het openbaar bestuur bovendien steeds minder effectief. Beleidskluwens worden alleen maar complexer, en niemand is bij machte om nog knopen door te hakken.
Maar de elites zitten niet stil, natuurlijk. Informatietechnologie is niet alleen in het voordeel van de burger. Ook het bestuur, met steun van de elites, kan het gebruiken om opstandige burgers in toom te houden. Onmachtig om de effectiviteit van het openbaar bestuur te verbeteren, is er toenemende druk om bestuurlijke bevoegdheden te verruimen. Er kan een surveillancestaat ontstaan. De zwijgende meerderheid laat het gebeuren, angstig door overbelichte externe gebeurtenissen als terrorisme, georganiseerde criminaliteit, kindermisbruik en dodelijke virussen.
Ik treed natuurlijk grovelijk buiten het onderwerp tolerantie met dit antwoord, maar de conclusie is dezelfde: machts- en welvaartsverschillen zullen altijd bestaan, maar we zullen wel moeten nadenken over verbeteringen in het democratische systeem die de negatieve effecten te lijf gaan. Van politici hoeven wij niet veel te verwachten in dit opzicht; de druk zal van onderop moeten komen. Het huidige systeem zal op de huidige manier misschien nog wel decennia lang kunnen blijven eroderen, maar afgezien van druk van onderop zie ik geen mechanismen waarmee het stelsel zichzelf op de schop gaat nemen. Zelfs bij zogeheten kritische politici beluister ik oplossingen die louter aan de oppervlakte optische veranderingen teweeg zullen brengen.
Hi mooi dat u de informatievoorziening noemt. Ik denk ook dat daar de crux zit tot verandering van het systeem zoals dat al decennialang overheerst, vermomd als democratie. Hanna Arhrendt stelt dat een democratie niet mogelijk is als er censuur is of je bewust verkeerd wordt geĂ¯nformeerd. "Hoe kan je je dan een mening vormen?". En ja er komt ook een hoop bagger vrij. Maar ook bagger is subjectief. Wat ik bagger vindt, vindt iemand anders juist weer het mooiste wat er is.
als ik een democratie zie als een systeem waarin een meerderheid rekening houdt met de wensen van een minderheid, waarin mensen het recht hebben zich te verplaatsen, een samenleving te vormen (denk aan de Amish) of een samenleving te veranderen en het recht om ook 'nee' te mogen zeggen dan zijn we daar ver van af gedwaald.
We gaan het zien. Dank voor uw blog en het meedenken in deze tijd. Is fijn
Interessant idee!